dinsdag 5 mei 2020

marijke gémessy


Oorlogsheldin
Uit mijn dagboek van zaterdag 6 mei 2000

“Je hebt geen idee hoe fantastisch die geluiden uit de keuken klinken,” zei Katinka van Rood toen ik binnenkwam met de koffie. Ik bracht mijn wekelijks bezoek aan haar. Door alle t.v.-programma’s rondom 4 en 5 mei èn haar gevorderde leeftijd herleefde de oorlogstijd en kon zij de meest spannende belevenissen aan mij kwijt.

Haar taak bestond toen uit het controleren van  veilige onderduikadressen voor Joden en het bezorgen van valse paspoorten. Niet ongevaarlijk als je bedenkt dat zij met deze papieren plus een pistool in haar tas in de Amsterdamse tram wilde stappen voor haar dagelijkse route. Te laat bemerkte zij de forse Gestapo-figuur bij de ingang. Hij pakte haar tas…, ondersteunde haar bij het trapje en overhandigde weer galant de tas.
Aangekomen in de Klinkerstraat viel haar oog op een man met twee weldoorvoede Dobermanns. Kreeg argwaan, want alleen N.S.B-ers hadden goed te eten. Zij vertelde verder, terwijl zij met een stok tegen het raam drie kauwen wegjoeg:  “Ik meldde dit aan het liquidatieteam van Gerrit van der Veen, maar zij vonden dat ik hem eerst een paar dagen moest volgen, voordat zij in actie zouden komen. Toen bleek…. “ Zij pauzeerde even om de spanning op te voeren..: “Toen bleek dat hij op de Oosterparklaan bij een kraamkliniek de nageboortes ophaalde voor de honden. Het was bijna zijn dood geweest.”
In 1995 werden Katinka en haar in 1944 gefusilleerde echtgenoot geëerd met de Yad Vashem, de hoogste onderscheiding van de staat Israël. “Bel jij die Israëlische Ambassade even af?” Het was meer een opdracht dan een verzoek. Ik was verbaasd. “Nou, waarom ga je niet? Het is toch een enorme eer.”
Gedecideerd zei ze: “Ten eerste is het 55 jaar na de oorlog. Wel een beetje laat en ten tweede: zoveel mensen bij elkaar kan ik niet aan. Mijn buitenste schil is weggevallen en dat maakt mij zo gevoelig voor menselijke contacten. Waarom moet ik mij forceren, niemand heeft iets van de oorlog geleerd.” Haar kin ging omhoog en gaf haar een waardigheid en zelfs onkwetsbaarheid. Zij had dit ook zonder medaille. De onderscheiding kwam met de post. “Stuur die maar aan broer, die vind zoiets prachtig, maar dat doosje is zo briljant, dat houd ik zelf.”
Een volgende meimaand met haar is er niet meer gekomen. Zij overleed in december 2000.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten