dinsdag 28 april 2020

henk van trigt

Een tekst die er toe doet. Dit slaat natuurlijk niet alleen op de poëzie maar op alle kunsten.
Literatuur, muziek, beeldende kunst etc. etc.

Houd goede moed en ”keep up the good work”.

gonda de bles

In mijn atelier, werk in wording: De Lege Stad. 


zaterdag 25 april 2020

jan van huizen

De keuze van ... Jan van Huizen
In Het Parool van 22 april 2020
In de rubriek ‘De keuze van…’ laten we een keur aan kunstliefhebbers (van incidentele kopers tot kunstprofessionals) aan het woord over hun beleving van kunst, en vragen we naar hun voorkeuren: waar zien ze het liefste kunst? Waar kopen ze, en vooral: wie kopen ze? In dit deel Jan van Huizen (Directeur architectenbureau, 70 jaar)

Wat betekent kunst voor jou?
Vanaf mijn achttiende tot mijn zevenendertigste was ik afhankelijk wat er in musea werd getoond. Geld voor aankopen was er niet want ik was een architectenbureau mede aan het oprichten. Voor mij begint de moderne beeldende kunst bij de schilders Claude Monet, Paul Cézanne en Vincent van Gogh, en loopt via Pablo Picasso en Salvador Dali naar het Amerikaans abstract expressionisme van Willem de Kooning, Mark Rothko en Jackson Pollock. Werk van deze kunstenaars kan ik niet kopen, dus bezoek ik regelmatig Londen om overzichtstentoonstellingen in de Tate Modern, Tate Britain en de Royal Academy te bekijken, en niet te vergeten de Saatchi Gallery, met tentoonstellingen van hedendaagse kunst.
Heb je kunst van huis uit meegekregen of heb je zelf je pad moeten vinden?
Van huis uit heb ik, behalve een keurige opvoeding, niets van beeldende kunst meegekregen! Ik heb mijn eigen, avontuurlijke pad gevolgd.
Waar haal je je informatie over het wel en wee in de kunstwereld vandaan: krant, vakbladen, televisie, online?
Voor kunstaankopen oriënteer ik mij op diverse kunstbeurzen, waarvan Art Rotterdam, Art Cologne, Frieze in Londen en de Biënnale in Venetië de belangrijkste zijn. Ook volg ik een aantal galeries, zoals Ramakers, Ron Mandos en Lumen Travo. Het afstudeerwerk van de leerlingen van de KABK in Den Haag is ook altijd de moeite waard om te bezoeken.
Waar bekijk je het liefste kunst? In een galerie, museum, een beurs of online?
Naast galeries, musea en beurzen bezoeken is atelierbezoek een traktatie. Daar zie je hoe de kunstenaar bezig is, en krijg je inzicht in bijvoorbeeld zijn verzameling etnografie, zijn kleurpalet en de boeken en/of krantenartikelen die zijn aandacht trekken.
Hoe vaak per jaar koop je kunst? Koop je werk in oplage of liefst uniek werk?
Vorig jaar heb ik vier beelden aangekocht: van André Kruysen, Frank Halmans, Sarah Reinbold en Warffemius. Ik schat dat mijn jaarlijkse aankoop wel een modaal jaarinkomen van een kunstenaar bedraagt. Ik koop bij voorkeur uniek werk. Wat ook interessant is, is om de ontwikkeling van een kunstenaar te volgen. Zo heb ik werk van Aline Thomassen uit 1999, 2005 en 2017, schilderijen van Warffemius uit 1995, 2012 en beelden uit 2015 en 2019.
Cor van Dijk, Zonder titel, 2011, Galerie Ramakers.
En waar koop je dan: in de galerie, op een kunstbeurs, op een veiling of online?
Ik koop kunst meestal in de galerie, of op een kunstbeurs. Nooit online.
Is het belangrijk dat jij en je partner het altijd eens zijn over een aankoop? Hoe beslis je/jullie?
Dertig jaar lang heb ik samen met mijn vrouw Käthy Gosschalk aankopen gedaan. Was er twijfel bij een van ons, dan werd er niet gekocht. De laatste vier jaar koop ik mijn kunst alleen en toch blijf ik vreugde in het verzamelen vinden.
Is er een galerie waar je een speciale band mee hebt?
Een speciale band had ik met drie galeries in Den Haag: Nouvelles Images, Seasons en Ramakers. De eigenaars van de eerste galeries (Erik Bos en John Hall) zijn overleden. Ramakers vierde vorig jaar haar 25-jarig bestaan, een knappe prestatie.
Deze drie galeries hadden een gemeenschappelijk beleid: het tonen van hedendaagse kunst, met elk hun eigen accenten. Bij Nouvelles Images heb ik het werk van Ger Lataster, Carel Visser en Willem Hussem leren waarderen – en kopen. Bij Seasons het werk van Gerard Verdijk en Martin Rous jr. Catalijn Ramakers laat een breed spectrum in de hedendaagse kunst zien, en in dat spectrum ben ik erg geïnteresseerd in kunstenaars die in hun werk geïnspireerd worden door de natuur, zoals Sjoerd Buisman, Hieke Luik. Ik bezoek altijd de opening van een tentoonstelling en vaak nog één of twee keer als het lekker rustig is en tijd is voor een goed gesprek met de galeriehouder.
Als je onbeperkt budget had, van wie zou je dan een werk aankopen?
‘Rosy-Fingered Dawn at Louse Point’ van Willem de Kooning. Als het Stedelijk Museum dit niet wil verkopen, dan mag het ook een projectie van James Turrell of een installatie van Olafur Eliasson zijn.
Wie zijn je favoriete kunstenaars (op GalleryViewer), en waarom?
De schilderijen van Marc Mulders zijn dik en vet geschilderd. Vele kleuren en abstracte figuren worden getoond op de doeken, en het licht spat er vanaf. Ik ben al een tijd van plan om zijn glas- en loodramen te gaan bekijken in de Grote kerk in Gouda. Ongeveer een jaar geleden was er een intieme tentoonstelling van zijn werk te zien in het Kunstmuseum Den Haag (voorheen Gemeentemuseum). Het museum is ontworpen door Berlage, de ruimtelijkheid, het kleurgebruik en detaillering maken het voor mij het mooiste museum van de wereld. In twee van die ruimten, alsmede de aanliggende gang, exposeerde Marc Mulders.
Carel Visser (BorzoGallery & galerie dudokdegroot) is voor mij de belangrijkste Nederlandse beeldhouwer. Als je zijn ontwikkeling volgt vanaf de midden jaren vijftig tot zijn dood in 2015, dan is dat een spannende reis in zowel vorm als in materiaalgebruik. Hij gebruikte materialen als hout, ijzer, leer, karton en drumvaten, maar ook vondsten als skeletjes en vogelvleugels uit de natuur. Zelf heb ik jaren geleden een zogenaamd ‘zeilbeeld’ gekocht. Destijds was dat het duurste beeld in mijn verzameling.
Raquel Maulwurf werkt met kool (krijt): ze veegt het uit en snijdt er op een dusdanige wijze in dat er een destructieve oorlogssituatie naar voren komt. Een vroeg werk van haar is een afbeelding van de Franse stad Caen, welke in het jaar 1944 van 7 juni tot 21 augustus het middelpunt van de strijd in Normandië was. In haar ontwikkeling zijn ook thema’s als de sterren in het heelal en natuurrampen aan de orde gekomen.
Wat mij in het werk van Cor van Dijk (Galerie Ramakers & Galerie van den Berge) aanspreekt is de architectuur in de beelden, terwijl het feitelijk geen architectuur is want het is vrije beeldhouwkunst. Het werk is streng, zuiver en uiterst precies, opgebouwd uit staal. Driedimensionale symmetrie en asymmetrie wisselen elkaar op een verrassende manier af. De huid van het staal wordt wel of niet chemisch bewerkt, zodat er een mooi patina ontstaat.
Van Maartje Korstanje wil ik nog wel een keer iets kopen, en TINKEBELL. is altijd opmerkelijk.

vrijdag 24 april 2020

theo monkhorst

***Exclusief gesigneerd voor u***
Rozen en rook van Theo Monkhorst:
https://www.paagman.nl/…/…/rozen-en-rook-door-theo-monkhorst
De roman verhaalt over Walid Fransman, een jonge dichter uit Londen, die in 2050 op zoek gaat naar de nalatenschap van zijn grootvader in Frankrijk. Hij voorziet niet welke ingrijpende gebeurtenissen hem wachten. Zoals een grote liefde, de macht van een liedje en de gruwelijke strijd van vrouwen tegen het centrale gezag. Een leven van de geur van rozen tot de verstikking van rook en vlammen, waarin het water uiteindelijk overwint.
Bestel via paagman.nl, doe mee aan ons Privilege Programma en krijg dit artikel gratis thuisbezorgd! 🙌

harry van der woerd

Rotterdamse kunstenaar Harry van der Woerd werkt in diverse disciplines. Maar tekenen is voor hem de basis, voor alles wat daarna komt, voor het figuratieve en voor de abstracte werken.
Harry van der Woerd maakt tekeningen, aquarellen, gouaches, acryl- en olieverfschilderijen en ruimtelijk werk van steen, keramiek, kunststof en brons.
Geliefde onderwerpen voor zijn kunstwerken zijn de mens en havens een plek die hem al jaren trekt en intrigeert. Al schilderend en tekenend geeft hij de havens weer waarin “ licht en atmosfeer” kenmerkend is voor zijn werk.
Het atelier van Harry van der Woerd is gelegen in een industriegebied in Rotterdam. Zijn interesse voor industriële onderwerpen in relatie tot de mens is al 45 jaar zijn inspiratiebron. Op de atelierfoto is een detail te zien van een drieluik in wording met als titel “De drie gratiën”.




Beeldend kunstenaar Jan Naezer gedecoreerd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau.

Op 24 april is Jan Naezer benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Hij is door burgemeester Frans Backhuijs van zijn woonplaats Nieuwegein telefonisch geïnformeerd over dit heugelijke feit en gefeliciteerd met de Koninklijke Onderscheiding. In verband met de corona-maatregelen was het niet mogelijk de gedecoreerden met familie en vrienden te ontvangen in het Stadshuis. De Koninklijke Onderscheidingen zullen op een later moment dit jaar worden uitgereikt.
Jan Naezer is benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Hij is al sinds de jaren zeventig actief als beeldend kunstenaar. Zijn schildersatelier staat in Nieuwegein, zijn etsatelier en lesinstituut zijn gevestigd in Den Haag.
De onderscheiding is toegekend vanwege:
•Zijn bijdrage als beeldend kunstenaar aan de beeldende kunst in Nederland.
•Zijn bijzondere bijdrage aan het Haagse kunstklimaat als beeldend kunstenaar en als bestuurslid van het Schilderkundig Genootschap Pulchri Studio, bestuurslid van de Grafiekwinkel Inkt, interim-bestuurslid van het Schilderkundig Genootschap Pulchri Studio en als lid van de Gemeentelijke Commissie voor Beeldende Kunsten.
•Zijn bijdrage aan de beeldende vorming voor volwassenen in Den Haag.
•Zijn bijzondere bijdrage bij het opzetten en ontwikkelen van de afdeling beeldende vorming voor het basisonderwijs in de gemeentes Voorburg, Leidschendam en Voorschoten.
•Diverse andere projecten op het gebied van de beeldende kunst en beeldende vorming waar hij zich als vrijwilliger belangeloos voor inzette.
Naezer’s werken worden nationaal en internationaal gewaardeerd. Veel gerenommeerde musea in binnen- en buitenland hebben werken van hem opgenomen in hun collectie. Ook Prinses Beatrix heeft er een paar in haar privécollectie. Naezer won met zijn werk diverse prijzen en nominaties.
Naezer is nog steeds actief als beeldend kunstenaar en als docent beeldende vorming in zijn lesinstituut Atelier Jan Naezer aan het Ledeganckplein in Den Haag. In zijn cursussen reserveert hij altijd een paar gratis plaatsen voor mensen met een kleine beurs.
In de jaren ’90 zette hij een afdeling beeldende vorming voor het basisonderwijs in Voorburg op die later nog werd uitgebreid. Hij ontwierp projecten, organiseerde exposities en onderhield contacten tussen politiek, kunstuitleen, bestuur en scholen.
Een bijzondere plek was voor hem het doveninstituut Effatha. Om hier les te kunnen geven, verdiepte hij zich in de gebarentaal. Daarnaast heeft hij zich ingezet voor tal van bijzondere kunstprojecten en tentoonstellingen en haalde hij belangrijke buitenlandse kunstenaars naar Nederland. Dit alles vanuit zijn buitengewone gedrevenheid om kunst verder te ontwikkelen en uit te dragen.

jan van der kooi

‘Ik begin nu heel langzaam te begrijpen waar het heen moet’

Interview door Madeleine de Vos in NRC 17 april 2020



Wat maakt het leven de moeite waard? Jan van der Kooi (63), schilder en tekenaar, tekent elke dag. Om beter te worden, want hij is nooit tevreden. „Het is een voortdurende behoefte om de dingen visueel te doorgronden.”Jan van der Kooi (63) is schilder en tekenaar. Allebei evenzeer en toch vooral dat laatste. Hij tekent elke dag. Hij tekent altijd. Hij moet tekenen. Ook tijdens de coronacrisis. Zijn vrouw werkt bij de GGD dus er komt heus wel het één en ander van de toestand binnen. Maar als hij aan het werk is, is hij van de wereld, zegt hij.
De Draiflessen Collection, het privémuseum van de familie Brenninkmeijer in het Duitse Mettingen (bij Osnabrück) stelde eind vorig jaar een tentoonstelling samen van tekeningen van Jan van der Kooi naast etsen van Rembrandt. Een waagstuk, zei museumdirecteur Corinna Otto zelf ook, want zoiets wordt gauw een tikje eigenaardig. Maar het kon: de horizonnen op gelijke hoogte en daar hingen naast elkaar, als kunstbroeders, Rembrandt en Van der Kooi. ‘De essentie van het landschap’ heette de tentoonstelling. Het was niet het ‘Wat stampen we hè?’ van de muis tegen de olifant. De een viel niet weg tegen de ander.
De museumdirectie was eerst eens bij Van der Kooi thuis in Friesland komen kijken. Daar kun je wel wat zien. Overal gluren dieren en vogels om hoekjes en deurranden – geschilderd uiteraard. In de kamer lijkt het of in het plafond een glazen koepel is gemaakt die de hemel doorlaat, stralend blauw en langs de randen van die koepel zie je olifanten, die ook nieuwsgierig zijn naar ons. Boven de schuifdeuren ligt een tijger. Een uil kijkt uit vanaf een deurpost.
Tijdens dat bezoek ontdekten de Draiflessen-mensen dat Van der Kooi behalve zijn vele losse tekeningen en schilderijen nogal wat schetsboeken had. 155 om precies te zijn, volgetekend vanaf de middelbare school. Nooit iets uit gehaald. Nooit? vroeg het museum ongelovig. Nee, zei Van der Kooi. Van dat unieke artistieke archief wilden ze er graag 135 tentoonstellen, en zo geschiedde.
155 schetsboeken dus. Gebonden boeken in allerlei formaten, hij koopt ze in Italië, ze moeten stevig zijn en mee op reis kunnen. Zo’n 150 pagina’s per schetsboek, zegt Van der Kooi, keer twee, want aan beide zijden bewerkt, dat maakt 300 tekeningen per schetsboek. Maal 155. Ruim 46.000 schetsen. En dan zijn er nog al die losse tekeningen. „Ik maak zo’n 3000 tekeningen per jaar,” zegt van der Kooi. „Ik schets elke dag.”
Zijn hele leven zit dus in een bepaalde zin in die schetsboeken.
Hij werkt, zegt hij, in twaalf schetsboeken tegelijk. Hij vindt het prettig om op verschillende formaten te werken met verschillend papier. „Anders word ik lui.”



Het uitgangspunt was nooit dat ik met mijn werk iets wil bijdragen, maar het blijkt soms dat ik dat toch doe
Jan van der Kooi


Lui worden, dat betekent: veel te goed kunnen wat je aan het doen bent. Altijd hetzelfde formaat, dan weet je op een gegeven moment echt wel hoe de hoogte-breedte-verhoudingen zijn. Altijd hetzelfde papier waarop de inkt zo lekker pakt – te makkelijk. „Als ik zes weken achter elkaar gorilla’s heb getekend, dan kan ik het uit het hoofd. Dan komt er voorspelbaarheid. En als ik merk dat het voorspelbaar wordt, zoek ik een uitweg – in materiaal, in een ander schetsboek, in een ander motief. Omdat ik goed kan tekenen wordt het ook altijd wat, en omdat het altijd wat wordt is de verveling er ook heel snel.”
Het moet niet te makkelijk worden
Afgelopen oktober was hij in de hak van de Italiaanse laars. („Fantastisch. Fantastisch. Matera. Zoek het maar eens op.”) Daar kocht hij een schetsboek en begon weer eens met potlood te tekenen – tien jaar niet gedaan, het was altijd krijt of inkt of verf. Hij laat schitterende potloodtekeningen zien van wat bijvoorbeeld een barokgevel moet zijn, maar dan zonder de barokke drukte, terwijl je die wel voelt.
„Er is voor mij geen grotere uitdaging dan iets wat niet te tekenen is, toch te tekenen.”
Wat is niet te tekenen?
„Ik stond in de Himalaya op de Annapurna, de hoogste bergen ter wereld om me heen en ik zei tegen mezelf: als je echt een grote jongen bent dan kun je dit ook tekenen.”
En wát wil je dan tekenen?
„Wat ik zie.”
Ja maar dat is een enorm landschap.
„Dus je moet een vertaling maken. Een barokke gevel, vol met details die er niet op staan – ik vind het een groot compliment als iemand een tekening ziet van vijftien lijnen en dan zegt: dat is Matera. Bij wijze van spreken, ik ga natuurlijk niet met die schetsboeken bij iedereen langs om te vragen: zie je wel wat het is?
„Ik vind het ook heel leuk om naakten te tekenen maar dan zó dat, stel dat zo’n naakt in een etalage in Parijs staat en iemand loopt langs, dat-ie dan denkt: hé dat zou Kim wel eens kunnen zijn. Ik zoek naar het kenmerkende of het wezen.”
Hoe weet iemand wat het wezen is van de Himalaya of trouwens ook van een kat die je ergens ziet zitten of een paar mensen die ergens staan. Waar zoekt iemand dan naar? Maar als het gesprek die kant op gaat, kapt Van der Kooi het af. Zo moet je het niet zien. „Ik wil die kat gewoon tekenen. Ik ga hier niet zitten om een meesterwerk te maken. Die kat zit hier, die wast zich, en ik teken die kat.”
Hij wordt, zegt hij, ‘aangezet’ door de werkelijkheid. Alsof de knop wordt ingedrukt, de motor begint te zoemen en hij begint te tekenen.
Volg de behoefte om de dingen te doorgronden
Hij gebruikt zijn schetsboeken ook om aantekeningen te maken voor schilderijen, met tekeningen en notities. Of om vast te leggen wat er gebeurt: hij is in de afgelopen tijd twee keer grootvader geworden, zijn beide zoons werden vader. Dat is het allerbelangrijkste zegt hij. En hij laat tekeningen zien: baby op de arm van een vader. Baby’s tekenen is heel moeilijk zegt hij.
Verder wemelen zijn schetsboeken ook van de zelfportretten.
„Ik denk dat ik er wel duizend heb gemaakt. Wie ben je als niemand kijkt? Het komt wel eens voor dat je onverwacht in de spiegel kijkt en dat je een bepaalde uitdrukking in je gezicht hebt waarvan je denkt: hé zo heb ik mezelf nog nooit gezien. Dat je jezelf betrapt.
„Ik moest eens een wortelkanaalbehandeling ondergaan en toen trok de tandarts zo’n heel klein spiegeltje en toen zag ik mijn gezicht – dat kan ik dan als het ware opslaan op de harde schijf. Toen ben ik naar huis gegaan en heb een tekening gemaakt. Niet om te verkopen, nee, dat is gewoon een voortdurende behoefte om de dingen visueel te doorgronden. Hoe zit het in mekaar.”
En je merkt hoe iets in elkaar zit door te tekenen.
„Je kunt het samenvatten in vijf woorden: studie, begrip, inzicht, verwondering, verbeelding. Stel je wilt een paard tekenen. Dat begin bij mij gewoon met: wat is dat eigenlijk, een paard? Hoe zit dat in elkaar? Om te weten hoe een paard in elkaar zit moet je het bestuderen. Dus je haalt dat paard uit elkaar. Dan krijg je begrip, dan denk je: nou snap ik ook wel waarom een paard heel hard kan rennen. Vervolgens krijg je inzicht. Ik begrijp nu ook wel waarom een paard niet viool kan spelen. Spaakbeen en ellepijp zijn gefuseerd, geen vingerkootjes… Vierde is verwondering: Tjongejongejonge. Wie dat bedacht heeft. En het vijfde is dan de verbeelding.”
Maar wat is verbeelding? Bedoel je dat letterlijk: omzetten in een beeld?
„Ja, maar niet fotografisch omzetten. Je moet de werkelijkheid vertalen en iets toevoegen.”
Hij begint over het zonlicht op de muur in de winter, over zonlicht op de zwarte schouw, hoe dat zwart dan toch licht is, lichter dan onbezonde witte muur. Dat hele spectrum aan licht en donker, zo licht als recht in de zon kijken, zo zwart als het ondergronds is en alles daartussen, nog geen tiende kan de verfwinkel aanbieden. En dan tóch, met die tekortschietende verf, dat zonlicht schilderen op de witte muur en op de zwarte schouw.
Probeer het langzaam te begrijpen
Wat zonlicht dan eigenlijk is, dat gaat hij zich afvragen, zegt hij. Eindeloos veel schilderijtjes maken eerst, van zonlicht op de muur, zonlicht in de tuin, zonlicht in Italië, zonlicht op het water. Dan gaat hij, oh heel langzaam, iets begrijpen. „Ik ben nu 46 jaar bezig”, zegt hij, „en ik begin nu heel langzaam te begrijpen waar het heen moet.”
En waar het heen moet is een dieper begrip van…
„Licht en donker bijvoorbeeld.”
En kijk je dan steeds om je heen naar wat je nog wilt begrijpen?
„Het is niet op een verstandelijk niveau. Ik ga gewoon tekenen.”
En in het tekenen ligt het gaan begrijpen, dat is een en hetzelfde?
„Ja.”
Wat zou er gebeuren als iemand tegen je zei: het is afgelopen met dat geteken en geschilder?
„Dat zou een ramp zijn.”
Maar wat dan?
„Ja dat…het is mijn bestémming. Het is niet iets wat ik gekozen heb of zo, het heeft mij gekozen. Ik teken altijd. Wij gaan op een terrasje zitten en dan bestudeert mijn vrouw de menukaaart en dan heb ik ondertussen een tekening gemaakt. Bij wijze van spreken. Dat gaat ademend. Als we op vakantie zijn sluiten we een compromis: gaan we ’s ochtends wandelen, daar houdt mijn vrouw van, en ’s middags ga ik tekenen. Nu ja, schematisch dan, zo zwart-wit is het natuurlijk niet helemaal.”
En wat maakt het de moeite waard om dat te doen?
„Om beter te worden dan ik ben.”
En waarom zou je dat willen?
„Omdat ik nooit tevreden ben.
En je hebt nooit gedacht: ik wou dat ik er eens vanaf was, van dat stomme geteken?
„Nee! ik ga ’s avonds op tijd naar bed want dan is het weer sneller ochtend en dan kan ik weer tekenen. Zoals vroeger als je jarig was.”
Het klinkt alsof jouw leven helemaal in orde is: je staat ’s ochtends handenwrijvend op en gaat tekenen. Maar als er zo’n crisis is of als het leven enorm tegen zit? Ga je dan ook gewoon tekenen?
„Je stopt toch ook niet met ademen? Er zijn nog steeds mensen bezig met het maken van mooie dingen, met muziek maken, met het schrijven van boeken. Het uitgangspunt is nooit geweest dat ik met mijn werk iets wil bijdragen, maar het blijkt soms dat ik dat toch doe. Dat er soms mensen troost in vinden.”
Trek je je daaraan op?
„Nee, aan het prachtige weer. Dat de natuur gewoon doorgaat. De vogels nestelen weer en het speenkruid bloeit en het fluitenkruid komt op.”
Dus je denkt nu niet: wat heeft het allemaal voor zin?
„Ja natuurlijk wel eens. Maar het zou heel dom zijn om dan niet door te gaan met tekenen.”

zaterdag 18 april 2020

annemarie petri

We zien hier het atelier van Annemarie Petri. Annemarie is aan het schilderen in haar atelier en we zien hier het werk met de titel ‘De vogelvanger’, het is bijna klaar.
Petri heeft zich toegelegd op meerdere disciplines in de beeldende kunst. Ze maakt meer
kleurenetsen, bronzen sculpturen en schilderijen. Kenmerkend is dat er een heel eigen, sprookjesachtige en melancholieke wereld wordt getoond, soms bizar, soms bevreemdend, soms heel herkenbaar. Afgelopen najaar won Annemarie nog de felbegeerde Van Ommeren - De Voogt prijs 2019 tijdens de Najaarssalon in Pulchri Studio.

margreet hofland

Een poster van Het Joodse bruidje

Vandaag lees ik een artikel in NRC van Mariëtte Haveman. Het gaat over de digitale activiteiten die ons in grote getale overstromen sinds het begin van de coronacrisis. Alsof die filmpjes en 3D wandelingen het museum zouden kunnen vervangen! 
Voor mij is dat hetzelfde als een ballet- of theatervoorstelling op TV bekijken:
het doet mij niets. Alsof een poster van 'Het Joodse bruidje' hetzelfde is als het schilderij zelf. 

Tegelijkertijd heb ik er niet een echte verklaring voor. Om schilderijen lijkt een soort aura te hangen waarin de schepper nog aanwezig is. Onzichtbaar als kleine deeltjes in de atmosfeer, jazeker, als een soort virus.
Ik bekijk een schilderij altijd van ver en van dichtbij. Ik wil zien hoe de druk op een penseelstreek is geweest om juist dát reliëf te krijgen, maar ik bekijk ook het totaal van alle details bij elkaar van een afstand, die een heel persoonlijk beeld scheppen. Een beeld dat alleen tussen jou en de kunstenaar bestaat. Een filmpje kan dat niet overbrengen.
'Wat de beste van die filmpjes teweegbrengen is geen museumbezoek vanuit de luie stoel of nog meer kunstgenot dan u al gewend was, maar heimwee en verlangen naar het echte werk', zegt Haverman. 

piet gispen

Hier zien we het atelier van fotograaf Piet Gispen. 📸 Zijn atelier hangt vol met werk van anderen waardoor hij zich laat inspireren. Er staan ontelbaar veel snuisterijen en memorabilia op de randen van een overvolle kast waar cd-roms in lijken te staan, wellicht om zijn foto’s op te slaan.
Vrijwel dagelijks plaatst Piet Gispen een foto van de Haagse binnenstad op zijn Facebookpagina, maar een afbeelding van de Haagse passage leverde hem een tijdje geleden een bijzondere reactie op. “Bestaat er eigenlijk een kalender met jouw werk?”, vroeg stadsgenoot Gerben Stolte, die de fotograaf via sociale media volgt. Met deze opmerking plantte hij een zaadje in het hoofd van Gispen. Sinds een paar maanden is de kalender klaar en online te bestellen via zijn website

lisa van der heijden

Lisa van der Heijden (Weitnau, Beieren, 1951) woont en werkt in Leiden. Zij is opgeleid aan de Vrije Academie in Den Haag. Op haar website lezen we dat een variant op Proust’s “A la recherche du temps perdu” het centrale thema van haar werk met “A la recherche du sens inconnu” gekarakteriseerd zou kunnen worden; altijd onderweg en op zoek naar de grens.
Het schilderen als unieke, specifieke handeling enerzijds en de gelaagdheid van olieverf anderzijds zijn essentieel in de verbeelding van Lisa van der Heijden. Het ijle, de transparantie - alsof het gaswolken zijn - maar ook de beweging binnen het doek zijn opvallende kenmerken. Het werk zou daarmee beschreven kun en worden als een uiterst ingetogen vorm van abstract expressionisme.

dinsdag 14 april 2020

michael toorop

Eenzaam maar niet alleen
Het is nu stil in de gangen en zalen van Pulchri, maar er wordt nog wel onderhoud gepleegd, schoongemaakt, de administratie gedaan (indien niet vanuit huis) en mails beantwoord. Sinds enige weken hebben we op de verschillende social media ateliers laten zien van onze kunstenaars. Waar zijn ze mee bezig? Daarnaast hebben we werk uit de collectie klein werk en de voorjaarssalon te koop aangeboden via deze social media. En inderdaad er wordt ook wat verkocht.
Voor een aantal tentoonstellingen was subsidie toegezegd en gelukkig hebben de subsidiegevers ingestemd met het verschuiven van de initiatieven. Zo is de tentoonstelling over de Vrije Academie verschoven naar 12 juni t/m 4 juli 2021, met behoud van alle subsidies.
Er is nog steeds veel mogelijk en als iemand ideeën heeft, dan horen we het graag. Want zoals de premier al zei, we moeten allemaal goed nadenken hoe straks de 1,5 meter maatschappij eruit gaat zien. Misschien meerdere kleine openingen per tentoonstelling voor een beperkt publiek dat zich vooraf aanmeld? Meer on-line? En hoe zal het in de horeca gaan? Want onze sociëteit en de tuin ontleent juist hun aantrekkingskracht aan het gezellig bij elkaar zitten onder het genot van een drankje (of twee). Kan een cateraar het volhouden om minder gasten te verwelkomen na een periode van lockdown?
Er wordt nagedacht en digitaal gedebatteerd, maar wat wanneer mogelijk is weet niemand. Intussen ontstaan er initiatieven zoals virtuele rondleidingen, on-line tekenlessen, crowd-fundings, nieuwsbrieven (liefs in tijden van corona) enz. Gelukkig kunnen we elkaar steunen door berichten te liken, te delen of mee te doen. Specifieke acties? Stuur een mail naar info@pulchri.nl en misschien kunnen we helpen. We gaan het zeker proberen. 

anja jager

Liefs in tijden van corona

(Deze titel 'leende' ik van Gabriel Garcia Márquez; hij schreef: 'Liefde in tijden van cholera'.)


Een (digitale) collage die ik een paar jaar geleden maakte met foto's van een Delfts schaapje, een Enkhuizer bootje en een Schots meer. Eronder een schapenpraatje met een knipoog.


Roeien met riemen
Trekken met touwen
Ik zal je hebben
Ik zal je houwen
 
Ik in mijn boot
En jij daar beneden
Ben jij misschien
in het water gegleden?

Ben je van hier
Mooi beest onder water?
Of kom je van ooit,
van ver, of van later?

Kom op bezoek
en vaar met me mee
Lief waterschaapje
zo diep in de zee
 
Klim er toch uit
Kom toch iets hoger;
want ik zie onze soort
het liefst op het droge

Anja Jager, april 2020

jan naezer

De corona-prent


Ik ben druk aan het werk op mijn atelier, de ets No. 6045 is gemaakt en wordt gedrukt in een oplage van 60. Hij is bedoeld als compensatie voor mijn cursisten die wel het laatste deel van een cursus die zij op mijn atelier volgen betaalden, maar deze nu niet kunnen volgen. Het atelier lag vol tussendrukken, chine en collé’s en definitieve drukken.
De prent is af, ik ga opruimen en aan een nieuwe beginnen.

maandag 13 april 2020

margreet hofland


Met een pad als gezelschap

Het is tweede paasdag. Vier Pulchrileden die vandaag op het zonovergoten terras van Pulchri Studio gezeten zouden hebben, zochten elkaar op in de luwte van een leeg plein midden in Den Haag. Je moet toch wat.
Het enige gezelschap waarvan ik de avond ervóór genoot, was een pad, die vanuit mijn tuin met schuifelende tred naar binnen gekropen was. Hij zit nu onder mijn bank in de woonkamer en durft niet meer tevoorschijn te komen. En ik wil mijn voeten niet meer op het parket laten zakken. Hij weet dat ik klaar zit met emmer en schep om hem met harde hand te verwijderen, maar laat zich wijselijk niet zien.
We hebben afgesproken achter de Denneweg bij theater Pepijn, op een pleintje dat geen eigen naam heeft, maar waar de Nieuwe Schoolstraat een ruime bocht maakt. Waar Café De La Gare normaliter een keuze aan zo’n 200 biertjes heeft en waar de zon aan het einde van de middag een graag geziene gast is.
Ik vraag of ik op een van de zes bankjes mag zitten, want de café-eigenaar is ze driftig aan het schuren. “Ja normaal kom ik daar niet aan toe en zit het hier vol met mensen,” zegt hij. “En waar jij zit, daar ben ik pas over drie dagen.” Nu maar hopen voor hem dat de crisis nog even voortduurt, want anders krijgt hij het nooit af.
Het is bitter koud. Een venijnige wind loeit om de hoek. Waar we normaal al lang naar huis zouden zijn gegaan, blijven we nu zitten. Een beetje armoedig, met ieder ons eigen flesje wijn en een glas. We blazen inmiddels op onze koude vingers om ze een beetje warm te houden en laten intussen enkele zeer kleurrijke leden van de vereniging de revue passeren. We moeten wel want thuis wacht ook niemand. Nou ja, in mijn geval een pad. O wat missen we iedereen!

En vanmorgen werd ik nog even door oud-voorzitter Frans de Leef op de vingers getikt. Het pleintje heeft wel degelijk een naam: het Bram van Pijpenplein. Zo zie je maar weer, Google Maps (waar ik het opzocht) is ook niet alles.

max lerou

nachtzicht

ons huis kent rust
zoals rust wel wordt geëerd
sereen omhangen

de straat is solidair – gerucht noch wind
zelfs de bomen zijn wat saai vanavond
ze staan daar maar een beetje

als een man op leeftijd enigszins bedaard
aardig kaal en ook de huid is dun
je ziet de ringen eer hij is doorkliefd

zondag 12 april 2020

frans de leef

Het atelier van Frans de Leef. Na 5 jaar voorzitterschap van Pulchri Studio komen de beperkende maatregelen voor hem als geroepen. “Eindelijk tijd om de nicotinewanden van mijn atelier op te frissen!” aldus De Leef.

donderdag 9 april 2020

michiel schepers

Working on my Portal of Humanity, in Katwijk, to pass the quiet times. For most people,at least, I think these are quiet times: an opportunity to start or finish things that busy life ever puts off. This here is a pleasant chore, like waeving at a loom. Hope you all find something equally congenial to you wherever you are!

dinsdag 7 april 2020

frida van voorst


Aan huis gekluisterd heb ik meegedaan aan een wedstrijdje van Masi, Lugano.
En gewonnen!

margreet hofland


De penningmeester van Pulchri

Het wordt nu toch allemaal een beetje sleets. De spanning van het opzoeken van lege terrassen met ons groepje van drie, is er een beetje af. We zitten met onze koffiemug voor ons en nemen de coronacrisis nog maar eens door. Er komt bijna niemand meer voorbij wandelen.
Zondag is het doodstil in de stad. Ik fiets door de Schoolstraat en daarna door de Spuistraat. Op zondag!! Het mag niet, dat weet ik, maar het kan makkelijk, zonder uit te hoeven wijken. Ik hoef niet meer om te rijden, fiets dwars over kruispunten en door rode stoplichten. Er komt toch niemand aan.
Als ik thuiskom hangt er een plastic tasje aan mijn deur. Het is van de penningmeester van Pulchri die heerlijke Irish Stew kan maken. Ik neem er maar weer een glaasje wijn bij.

pien hazenberg

'Le dernier cri' heet dit coronakunstwerkje van Pien Hazenberg.Met als drager een wc-rol.

maandag 6 april 2020

nanna de klerk

Het atelier van Nanna de Klerk vraagt om ordening in deze tijd van stilstand en bezinning. Het is helemaal gevuld met verzamelobjecten.

Een atelier is de intieme plek van een kunstenaar, met daarin alles wat verzameld wordt en niet valt uit te leggen aan nieuwsgierige bezoekers. Je kunt je afvragen: wat moet je met een dode hommel, een ingedroogde kikker, een kunstig gekronkeld takje, een geprepareerd rogje, oude camera’s, een paar mooie stenen, een collectie gebarsten apothekers flesjes, mooie keramiek en gebruiksaardewerk, de schelpen en de krabbeschilden?




Het is eigenlijk teveel om op te noemen, maar alles is representatief voor ons aardse leven. Het ligt te wachten op inspiratie van de schilder, het is slechts een kwestie van tijd en “an art how to use it”. 


sjors willems

Sjors Willems woont en werkt in Rotterdam als beeldend kunstenaar. Hij maakt abstracte schilderijen en landschappen. Zijn stijl kenmerkt zich door subtiele combinaties van heldere kleuren en sterke composities.
Eind juni, zodra de deuren van Pulchri Studio weer open kunnen, wordt zijn solotentoonstelling in de Weissenbruchzaal geopend.



aat verhoog

Aat Verhoog werkt stug door in zijn atelier



marc langer

Marc Langer werkt mee aan een groepsexpositie die eind oktober gepland is in Zuid-Duitsland. Het worden zestien doekjes van 20 x 20 cm vanwege het jaar 2020. Zeven zijn er al af en liggen te wachten in zijn atelier in Rotterdam. 


hans van der langkruis en peter verschoor


Een grapje tussendoor, een combinatie van computer- en schilderwerk.

vrijdag 3 april 2020

eppe de haan

Cordiale groet van Eppe

Normaal al lang weer in Pietrasanta, maar nu nog steeds in Den Haag, probeer ik in mijn kleine atelier ideeën te ontwikkelen. Bij gebrek aan marmer is klei als studiemateriaal perfect.
Sarah Monk (Engelse schrijfster) heeft een podcast over mij gemaakt in Pietrasanta
die hieronder via de link te beluisteren is.