zaterdag 28 maart 2020

theo monkhorst


De stelling van Michiel Schepers.

Reactie van Theo Monkhorst op de stelling van Michiel Schepers. 

De STIJL van een tekenaar of schilder is als het handschrift van een schrijver: het verandert niets aan de inhoud en betekenis van het motief.
Om op deze stelling van Michiel Schepers te reageren, zoals hij vraagt, moet eerst worden vastgesteld wat er staat. Hij gebruikt het woord stijl met hoofdletters, wat de indruk wekt dat het de nadruk behoort te hebben. Het woord ‘stijl’ is dus belangrijk. Van Dale geeft een groot aantal betekenissen van dit woord, maar ik zal me beperken tot de betekenissen die betrekking hebben op literatuur of beeldende kunst en architectuur.
1.    De wijze van zich in geschrifte uitdrukken (synoniem: schrijfwijze).
2.    Harmonische eenheid in vormgeving, kleuren en tonen.
3.    Geheel van bij elkaar aansluitende uitdrukkingsvormen, die kenmerkend zijn voor een bepaald kunstenaar, hetzij, in de regel, voor een bepaalde school of richting of een bepaald tijdperk.
Ik zal een poging doen dit handzaam samen te vatten: Stijl heeft betrekking op de vormgeving en de techniek, dat geldt zowel voor de beeldende kunst als de literatuur. Ik gebruik ook het woord techniek omdat Van Dale schrijfwijze ook definieert als ‘spelling’ en in de beeldende kunst het gebruik van ‘kleuren en tonen’ noemt. Techniek is in feite het middel of het instrument om iets vorm te geven. Het woord vormgeving is mijn inziens het kernwoord wanneer wij over stijl spreken.
In de stelling wordt het woord stijl voorbehouden aan tekenaars en schilders, voor schrijvers wordt het woord handschrift gebruikt als een synoniem voor stijl. Dit is nogal verwarrend. Immers het woord stijl kan heel goed voor de literatuur worden gebruikt (zie hierboven Van Dale onder 1), terwijl het woord handschrift vaak wordt gebruik voor bijvoorbeeld de lijnvorming of het kleurgebruik van beeldende kunstenaars. Daarom vat ik het eerste deel, voor de dubbele punt, als volgt samen:

De stijl (vorm) van een schilderij, tekening of een literair werk:
Het tweede deel van de stelling gaat over de inhoud en betekenis van het motief.
Wat betekent dat, om te beginnen met het woord motief ?
Van Dale geeft een aantal betekenissen. Ik beperk mij tot drie die betrekking kunnen hebben op kunst:
         1. Onderwerp dat in afzonderlijke kunstwerken telkens een specifieke uitwerking krijgt, m.n. onderwerp van een sprookje, volksverhaal of legende ( een terugkerend motief).
         2. Vorm, figuur die zich op regelmatige wijze herhaalt (bij vlakversiering, in de kristalbouw e.d.
         3. Het kleinste gedeelte van een muzikale zin (een motief uit Lohengrin).
Welke van de drie wordt in de stelling bedoeld?
Er wordt gesproken van de inhoud en betekenis van het motief. Maar als ik de betekenis van het woord motief uit Van Dale analyseer dan gaat het toch meer over een vormkwestie waarop de woorden inhoud en betekenis moeilijk betrekking kunnen hebben.
Mag ik dan, met alle respect voor degene die de stelling heeft geformuleerd, constateren dat de stelling onbegrijpelijk is en dat ook moeilijk kan worden voldaan aan het verzoek een zinvolle reactie te geven.  
Tenzij … ik mij hoogmoedig probeer voor te stellen wat de vraagsteller, in dit geval de tekenaar Michiel Schepers, heeft willen formuleren. Dat is een riskante operatie, mij kan immers verweten worden de vraagstelling naar mijn hand te willen zetten, waardoor mijn antwoord niet serieus genomen wordt. Nu wil het zo zijn, dat ik het oeuvre van tekenaar Schepers redelijk ken en ook enkele keren met zijn denkraam kennis heb gemaakt.
Daarom doe ik, in alle bescheidenheid een voorstel: vervang het woord motief door werk.
Dan luidt het tweede deel van de stelling als volgt: het verandert niets aan de inhoud en betekenis van het werk.

         Aangezien ik niemand hoor protesteren vervolg ik mijn poging de stelling te begrijpen.
Er blijven nog twee zelfstandige naamwoorden over die een nadere definitie vragen: inhoud en betekenis.
Deze twee woorden veronderstellen dat een werk van beeldende kunst of literatuur een inhoud en een betekenis heeft. Nu begeven wij ons op glad ijs, want het is de vraag of alle kunstwerken inhoud en betekenis hebben. Ik ben geen kunsthistoricus en meen mij te herinneren dat er wel eens opzettelijk betekenisloze kunst is gemaakt, maar ga er hier maar aan voorbij en reageer alsof kunst – beeldend of literair –  een betekenis en/of een inhoud heeft.
Van Dale over betekenis:
         1. Datgene wat een woord of een samenstel van woorden wil zeggen.
         2. De betekenis van een woord: de categorie van zaken, handelingen, gebeurtenissen e.d. waarnaar een woord verwijst.
         3. De betekenis van een zin: de inhoud als weergave van een bepaalde stand van zaken.
         4. Datgene wat door enigerlei voorstelling, bijvoorbeeld een symbool, teken of heraldische figuur, wordt uitgedrukt.
         5. Dat wat iets zeggen wil, bijvoorbeeld een daad, beginsel of kwestie, zeggen wil. Synoniemen: strekking, zin.
Over het woord inhoud wil ik kort zijn, Van Dale heeft het over: waarmee het gevuld is, alles waar het over gaat.
Wat mij opvalt is dat Van Dale over het woord betekenis weinig noemt wat betrekking heeft op beeldende kunst, behalve wat door een voorstelling wordt uitgedrukt. Verder is het moeilijk betekenis en inhoud van elkaar te onderscheiden, feitelijk zijn het twee woorden die in elkaars verlengde liggen.
Dat brengt mij tot de conclusie dat ik de stelling goed kan samenvatten op een manier die een discussie over die stelling vereenvoudigt. Daarbij streep ik het woord betekenis weg als overbodig. Aldus:

Akkoord Michiel? Dat is toch wat je altijd beweert. En je weet ook wat ik er van vind: onzin.
Ik begrijp wel wat je bedoelt: als jij een boom tekent, verandert er niets aan de echte boom. Maar de vraag is, is de boom die jij naar de natuur tekent de inhoud van jouw kunstwerk? Volgens mij teken jij wat je ziet, of denkt te zien, maar de boom staat daar buiten. Dezelfde boom die ik heel anders zie en – kon ik tekenen – dus heel anders teken.
Laat ik het eens uitleggen als dichter. Ik zit in mijn kamer, kijk om mij heen en beschrijf de stoel waarin ik zit. In mijn bundel Huis Huid heb ik dat gedaan:
Jij die mijn hart kent als geen ander,
Mirabel, geleerde zongestoofde,
weet dat hier mijn woorden zijn geboren,
oude tranen vloeiden, altijd de rust zelve,
zijn brede armen welkom gespreid,
gerimpeld, ouder dan ikzelf.
Hij, de stilte vormende,
geduldige, die weet dat woorden langzaam groeien,
luistert zwijgend in de kamer van mijn ribbenkast
hoe mijn hart het ritme van mijn tijd slaat.
Laat hier jouw stelling, door mij geamendeerd eens op los: De vorm van een kunstwerk (beeldend of literair) verandert niets aan de inhoud van het werk.
Wat is de inhoud van dit gedicht? Is dat een stoel of een stoel die ik in mijn hoofd heb en die ik van daaruit beschrijf? Juist, het laatste.
Als ik een zin weg laat in dat gedicht, bijvoorbeeld: waarin ooit jonge billen wrongen, oude tranen vloeiden, verandert de betekenis en dus de inhoud van het gedicht ingrijpend: de verwijzing naar de geschiedenis van de stoel ontbreekt, waardoor de inhoud vlakker wordt.
Dus als jij een correctie aanbrengt op een van je tekeningen, verandert daarmee de inhoud van het kunstwerk, de strekking, de zin.
Tot zover mijn reactie op jouw stelling Michiel Schepers, waarvan ik het vage vermoeden heb dat jij hem speciaal geplaatst hebt om mijn reactie uit te lokken. Ik acht jou er toe in staat de stelling daarom zelfs opzettelijk wat krom te hebben geformuleerd, een kenner van Shakespeare onwaardig. Maar het was mij een genoegen, misschien kunnen we de volgende keer eens over iets anders spreken. Bijvoorbeeld de schoonheid.
Theo Monkhorst
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten