Vanmorgen zouden we geland zijn ...
Vanmorgen zou
ik teruggekomen zijn van een weekje New York. Die waanzinnige, overvolle
wereldstad die altijd bruist. Dan zou ik nu wat katterig zijn van de
terugvlucht omdat ik maar een paar uur geslapen had.
atelier Lia Harkes met nieuwe doeken |
We zouden in
het Washington Square Hotel geslapen hebben. Het is ons favoriete hotel waar we
vaker geweest zijn. Onze zoon woont met zijn gezin in Pittsburgh PA en onze
verplichte overstap gebruiken we dan voor een paar dagen in NYC. Maar nu zouden
we een hele week gaan en hadden een kamer met uitzicht op het plein geboekt,
want, zeiden we, je zal toch een paar dagen ziek zijn en dan tegen zo’n blinde
muur moeten kijken!
We zouden naar
het Moma gaan en ons verbazen over de nieuwe inrichting van de collectie. De
bekende topstukken geconfronteerd met werk uit de niet-westerse culturen.
Zouden ze overtuigen? Gaan we nu meer zien in de werken die we tot nu toe
voorbij gingen en onuitgesproken bestempelden als goedbedoelde of
niet-voor-mij-bedoelde kunst.
Van tevoren
hadden we ons voorgenomen niet naar Macy’s te gaan. Maar we raakten er toch in
verzeild en een lange middag verbaasden we ons over het waanzinnige
winkeloppervlak met eigenlijk weinig bijzonders. Alleen de overdadige
avondkleding is echt Amerikaans: voor de eindexamenfeesten gekoppeld aan de eerste
date moeten de meisjes zich mooi verpakt aanbieden.
Met enige
aarzeling zouden we naar het Guggenheim gegaan zijn voor de expositie van Rem
Koolhaas over het platteland. Een studie van zijn stedenbouwkundig bureau OMA
over de ontwikkeling van het platteland. Wat moet dat in een museum? We zouden
veel teksten zien en diagrammen. Het bijbehorende boek telt meer dan 500
bladzijden. Is de naam van Koolhaas voldoende om publiek te trekken? Of is de
inrichting mooi?
Of doet dit
Kunstmuseum wat kunst en kunstenaars moeten doen: appelleren, aandacht vragen,
waarschuwen? Aandacht voor de inrichting van het platteland. Moeten we dat
overlaten aan natuurbaarden en de altijd ontevreden boeren? Of moeten wij als
gewone burgers ook eens nadenken wat we willen met het platteland? Volbouwen
met bungalows of distributiedozen? Het is in dit Corona-tijdperk wel erg
prettig als je op korte afstand met de fiets de open ruimte kan bereiken.
In New York
zouden we een wandeling over de high-line maken. We zouden aan het eind de
splinternieuwe Vessel beklimmen, de Shed bekijken (een cultuurcentrum waar het
dak kan rijden) en de Hudson Yards bezoeken (winkelcentrum voor superrijken).
We zouden naar
Cafe Wha! gaan, waar een R&B band optreedt. We zouden sushi’s eten in
Brooklyn. We zouden het hotelbed uitproberen.
Maar een maand
geleden belde onze zoon. Hij belt nooit, dus het was erg. “Jullie moeten niet
naar New York komen. Trump ontkent alles, maar de corona uitbrak is daar al
flink gevorderd, gevaarlijk zelfs. “ Jullie snappen toch dat als het heftig
wordt de ziekenhuizen met de leus ”America first” jullie in het gangetje leggen
zonder beademing.
En toen hebben
we alles afgezegd. Ik heb een voorraad schildersdoeken besteld bij Artel en ga
noest werken op het atelier.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten