dinsdag 24 maart 2020

hans willink


Kakmadam

Nooit geweten, dat een temperatuur van elf graden Celsius zo aangenaam kon zijn. Uiteraard deed het voorjaarszonnetje een flinke duit in het zakje, net als het nagenoeg ontbreken van wind. Zo gezeten op een bankje in Arendsdorp was het leven de moeite waard.
Mede door mijn genotvol gesloten ogen, hoorde ik het staccato van haar hakken, voordat ze bij me in beeld kwam. Nieuwsgierig mens als ik ben, opende ik mijn ogen precies op het moment dat zij haar mond opende. Het ongetwijfeld vriendelijk bedoelde “Goedemiddag” kwam er wat bits uit. Het paste bij de blik die in haar ogen ontstond toen ze naast me kwam zitten en ik een dikke meter van haar vandaan schoof.

“Coronaklant”, beet ze mij toe, qua toon heel knap het midden houdend tussen vraag en verwijt. Terwijl ik overpeinsde of ik moest antwoorden of juist niet, vervolgde ze: “Ik heb het helemaal gehad met jullie soort”. Ik was dus ineens een ‘soort’ geworden; wat voor, zou vast binnen luttele tellen door haar worden onthuld. dus ik keek zo neutraal mogelijk in de verte. “Allemaal zijn jullie bang gemaakt, lichtgelovigen! Nee, jullie laten je bang maken omdat het wel zo veilig lijkt”.
Vanuit mijn ooghoek zag ik haar verbolgen blik. Haar jas was te kort om haar achterwerk fatsoenlijk te verhullen. Een derrière trouwens, waarop, volgens mijn achterneef, een jumbojet kon landen. Het imposante lichaamsdeel werd omspannen door een broek waarvan vermoedelijk een vriendin ooit - pal voor de aanschaf - had gelogen dat hij beeldig stond, zelfs goed afkleedde.
Te laat om niet te schrikken, zag ik haar mond weer opengaan. “Jullie dwingen ons, fatsoenlijke mensen met een beter beoordelingsvermogen, om achter jullie aan te hamsteren, omdat we anders zonder bullen komen te zitten. Door jullie heb ik meer pasta en wc-papier in huis dan ooit!” Moest ik me gaan verdedigen of juist niet, vroeg ik me af. Ik kreeg de kans niet.
“Vanmorgen heb ik mijn hulp moeten ontslaan. Na twaalf jaar trouwe dienst. Door jullie schuld! Dat arme mens was natuurlijk ook bang gemaakt door al die flauwekul en had een wc-rol  in haar tas gestopt. Van mij gegapt. Dat kan natuurlijk niet, dus ik heb de rol teruggepakt en haar gezegd niet meer terug te komen. Weet je hoe ze reageerde? Ze wees met dat mollige Zuid-Amerikaanse handje van haar naar mijn voorraad toiletpapier en zei: ‘Kakmadam’. Nou vraag ik je”.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten